Het Indicatieportaal bracht hem in 2016 in beeld als actief lid van NVOS-Orthobanda. Via penningmeesterschap, interim-bestuur en de crisiswerkgroep Covid-19 en CB-regeling werd hij in december 2021 voorzitter OST. Doorontwikkeling van het vak heeft zijn hart en zijn visie op actuele marktontwikkelingen is helder en pragmatisch. Lees het interview met Gerard Gravemaker en ontdek wat je als lid van hem mag verwachten.
Waarom ben jij actief geworden in de vereniging?
“Ik ben graag vernieuwend bezig. Stapsgewijs je werk in kaart brengen zodat je op indicatie kunt zien welk product je kan inzetten. Ons mooie vak overdraagbaar maken. Transparantie creëren over de keuzes die je maakt. Daar doe ik het voor.
Het Indicatieportaal trok mij aan. Het brengt ons vak verder. Daarvan ben ik overtuigd.
We zijn op weg naar een nieuwe wereld: wij zijn als vakmensen opgeleid. We hebben leren schoenmaken om een ongezonde of aangedane voet heen. En dat doen we heel goed! Nu is de insteek ruimer aan het worden. Welke beperking ervaart een patiënt en wat kan daar een oplossing voor zijn? We krijgen meer mogelijkheden en ons vak wordt meer gezondheidszorg en dienstverlening.”
Heb jij een belofte aan de leden waarvoor jij je sterk maakt?
“Ik probeer een verbindende factor te zijn. Intern en naar de stakeholders in onze branche. Door samenwerking te zoeken waar dat nodig en mogelijk is. Zodat we onze positie versterken richting zorgverzekeraars en richting overheid.
Daarnaast hoop ik met het bestuur de vergezichten te schetsen voor de leden. Wat komt er op ons af en hoe is dat te duiden? Ik kan ook niet in een glazen bol kijken natuurlijk, maar we kunnen samen wel een visie hebben op de trend van overnames en consolidatie in en om onze branche. Zorgverzekeraars willen met steeds minder marktpartijen contracten afsluiten. Die geluiden worden sterker en het blijft hier niet bij.
We moeten voorbereid zijn en doen wat we kunnen om een sterke partner te worden. Dus tegenreactie creëren om straks niet gedicteerd te worden. Scenario’s uitwerken zodat je kan zien wat passend is voor je bedrijf en of voor een groep bedrijven.
Hoeveel contractpartijen er uiteindelijk overblijven? Dat weet ik niet. Ik hoor wel dat verzekeraars naar maximaal 5 willen. Dat vind ik erg mager. Wellicht dat wij eens naar de dekkingsgraad van onze leden in Nederland moeten kijken om tot betere conclusies en adviezen te kunnen komen.
Wij zullen met onze leden in discussie moeten gaan in het omdenken en leren kijken naar de veranderingen in de markt en welke kansen deze bieden. Het kan voor bedrijven vervelend zijn om niet langer alleen baas te zijn in het eigen contract. Maar is het ook echt erg? Ik kijk bijvoorbeeld naar aanpalende bedrijfstakken in de zorg: wat zij kunnen, kunnen wij ook. Zoek naar synergievoordelen wat soms betekent dingen los te laten. Daar staat tegenover dat je veel meer kan richten op product- en dienstontwikkeling. Daar kun je werkelijk het verschil maken voor je klanten en je patiënten.
Laten we wel zijn: Zonder hiermee de inzet van die enorm betrokken leden in de vereniging die zich hard inzetten te kort te willen doen, in het bijzonder de commissie zorgverzekeraars, maar hoeveel invloed heb je nu werkelijk op de contracten die je aangeboden krijgt? De prijzen liggen vast, net als de regelmaat van verstrekking en de garanties. Daarop maak je het verschil niet. We zetten nu keihard in op de randvoorwaarden en dat is prima, moeten we blijven doen! Maar het echte verschil maken we op de inhoud van het vak en op je meerwaarde voor de mensen die je hulpmiddelen gebruiken. Dat is ook waar het echt om gaat: vrijheid van bewegen mogelijk maken!”
Wat is jouw visie op de doorontwikkeling van het vak?
“Ik verwacht versnelling om nieuwe technologieën vaste grond te geven: 3D-printing, 3D-design en frezen. Dat geeft zoveel nieuwe mogelijkheden. In feite is schoenen in elkaar zetten ons vak niet meer. We zijn veel meer zorgarchitecten dan technici. We helpen de patiënt met goede uitvraag en afwegingen bij hun zorgvraag en de ervaren beperkingen en bewegingswensen. We volgen de klant, zetten diverse tools en expertises in en komen zo tot een maatwerk oplossing. De toegevoegde waarde is onze dienstverlening. De snelle ontwikkelingen vereisen dat wij het vak en de innovaties goed bijhouden, nieuwe kansen scherp op het netvlies houden en onszelf en de branche klaarmaken voor de nieuwe wereld.”
Op vergoeding van maatwerk bestaan verschillende visies. Kun jij het verschil uitleggen?
“Kort door de bocht: zorgverzekeraars zien ons vaak als dozenschuivers. Dat is natuurlijk vloeken in de kerk. Neem ons hele dienstenpakket rondom de diabetische voet als voorbeeld. Mensen met diabetes voelen niet waar de wonden in de voeten ontstaan. Wij moeten hen meenemen in het proces en het wijzen op de risico’s die ze lopen. Dat is essentieel, dat vraagt tijd en dan heb je nog geen product aangemeten. Met een hele range aan halffabricaatproducten kunnen we vervolgens veel betekenen in preventie en behandeling. Verzekeraars focussen alleen op de producten en gaan zo volledig weg bij het in kaart brengen van de hulpvraag, de beperkingen en de oplossingen.
Het is mijn stellige overtuiging dat erkenning en betere compensatie van ons dienstenpakket rondom de hulpmiddelen niet alleen de branche en de cliënten meer recht doet, het zal ook perverse financiële prikkels weghalen en netto betere en transparantere zorg opleveren.”
Wat is jouw boodschap voor het komende jaar voor de vereniging?
De sleutel is dat wij elkaar niet alleen maar als concurrenten, maar in de eerste plaats juist als collega’s blijven zien. Collega’s in een relatief kleine markt die als geheel zwaar onder druk staat. Dat is ons gemeenschappelijk belang! Uiteindelijk creëren we door samenwerking en elkaar steunen een gezondere branche. Je kan dan bovendien mensen vrijspelen voor MDR en voor ontwikkeling. Ik proef de bereidheid daartoe ook in de vereniging. We groeien daarnaartoe. Mensen zoeken elkaar meer en meer op.
Leden mogen van NVOS-Orthobanda volledige ondersteuning verwachten in combinatie met de vergezichten die we schetsen en de tools die we aanreiken om onze branche beter, transparanter en toetsbaarder te maken. We reiken handvatten aan om de handen ineen te slaan. Weg van de angst voor financiers en voor elkaar. Schouder aan schouder staan en vooruitdenken en doen.”